Oban - Loch a' Choire
De windrichting de komende dagen nodigt allesbehalve uit om richting Ratlin eiland te gaan. We concentreren ons daarom op de retourtocht door het Caledonian Canal. Omdat we geen haast hebben verdelen we de afstand naar Fort William voorlopig maar in drieen. Loch a' Choire op ruim 15 mijl lijkt een mooie plek en dat wordt de eerste stop.
Betalen voor een ligplaats, hoe moeilijk kan het zijn.
Een viertal pogingen om te betalen op de dag van aankomst waren niet succesvol. Ik trof zowel een open als een afgesloten kantoor aan. Rommel en rotzooi genoeg, maar van een havenmeester geen spoor. Twee pogingen op de morgen van vertrek leveren opnieuw geen resultaat op.
In het toiletgebouw vond ik een aankondiging van een betaalsite. met daarop een QR code. Deze mogelijkheid geeft op de telefoon een formulier waarop met geen mogelijkheid iets ingevuld kan worden en kom ik dus ook niet verder. De website geeft ook geen mogelijkheid om elektronisch te betalen. Een belletje naar het telefoonnummer op de site vertelt me via voicemail dat men helaas niet in staat is om het telefoontje aan te nemen. Na de piep vertel ik dat ik na zoveel pogingen maar vertrek.
Buiten staat een mooie wind, achter in de 4Bf met uitschieters in de 5Bf. Het eerste stuk, van Oban tot de zuidzijde van het grote eiland Lismore, zeilen we met een dwarswind en klokken we continue snelheden boven de 7 knopen.
Tussen Lady's Rock en Lismore staan op de kaart 'tide ribs' aangegeven en dat onrustige water zien en merken we dan ook behoorlijk. Eenmaal rond de punt krijgen we de wind van achteren en wordt het een kwestie van 'hoe lieflijk glijdt ons bootje . . . ' hoewel '. . . . een spiegelend meer' is het nu ook weer niet want wind is er wel.
Loch a' Choire ofwel Loch Corry of Kingairloch zoals het ook wordt aangeduid is een kleine loch aan de noordzijde van Loch Linnhe. Het is diep en aan de kanten is maar een smalle rand waar misschien geankerd kan worden. In de pilot wordt gesproken over 'an increasing number of moorings' en dat we daarom misschien moeten ankeren in diepten van 10m of meer. We gaan er maar van uit dat er wel een mooring vrij zal zijn als het te diep is om te ankeren.
We varen naar het einde van de loch maar als we, naar onze inschatting, al dicht aan de kant zijn is de diepte nog steeds in de buurt van de 20 meter. Van een 'increasing number of moorings' achter in de loch is er niet één te vinden en we besluiten terug te varen waar we halverwege, op enige afstand van een fishfarm, wel een paar grote moorings hebben gezien. Er zijn twee vrij en aan één ervan maken we vast.
Een uurtje later komt iemand in een bootje ons vertellen dat de mooring bij de fishfarm hoort en we geacht worden daar niet aan vast te maken.
Op mijn vraag waar dan wel wordt schouderophalend gereageerd. Mijn opmerking wat voor kwaad het kan als we daar die nacht blijven en de volgende morgen vertrekken kan hij niet pareren en dan vindt de man het ook wel weer oké. We liggen die nacht prima.
Loch a' Choire - Banavie
Vandaag passeren we Corran Narrows en daar kan het behoorlijk stromen. Zolang het meestroom is is dat geen probleem, maar als de stroom tegen is kan het lastig zijn
Als we vertrekken van ons mooring plekje kunnen we precies tijdens kentering bij Corran Narrows zijn en dat lukt ook prima. Met het laatste staartje meestroom passeren de plek waar we op de heenreis aan een mooring lagen. Hoewel we in Oban hadden bedacht dat we daar wel weer een nachtje zouden kunnen blijven varen we toch maar door naar Corpach. Het is nog vroeg op de dag.
Vlak voor Corpach worden we al opgeroepen dat de sluis al voor ons klaar staat. Onderweg had ik al een 'Short term licence' geboekt, waarbij een globale aankomsttijd kon worden opgegeven. Deze registratie en natuurlijk het AIS signaal zorgen ervoor dat de sluismeester ons op het juiste moment kon oproepen.
Na de zeesluis en de 2-traps sluis in Corpach varen we door naar Banavie waar we de 8-traps sluis deze dag ook nog 'beklimmen' . Na de sluis maken we vast aan een pontoon en blijven daar de nacht liggen.
Banavie - Gairlochy
Na een kort tochtje gaan we, na het passeren van de sluis in Gairlochy, op de zelfde plek aan een pontoon liggen als tijdens de heenreis. Het enige noemenswaardige dat die dag voorvalt is de bijna stranding van één van de vele huurboten die op en af varen in het Caledonian Canal.
Blijkbaar mag men met zero ervaring zo'n boot huren en zolang het niet waait lukt het nog wel.
Die grote 'strijkijzers' lijken nogal windgevoelig en er moet enige snelheid worden gemaakt om de zaak bestuurbaar te houden. Eén van de bestuurders is wat angstig en te voorzichtig. Tijdens het wegvaren van de kopse kant blaast de wind hem tussen de steigers. Op hoge toeren achterwaarts, een vrijwel constant draaiende boegschroef die voor deze taak niet berekend is volgt een stevige aanvaring met een steiger. De wind kan hem dan niet verder wegblazen en opnieuw achteruit met een hoog toerental lukt het de man van de steiger weg te komen. (waarom zie ik toch zo vaak beschadigingen op steigerhoogte op die boten ondanks de vele stootwillen?) Hij komt als laatste in de sluis en ook dat ging niet zoals het moest, de boot lag een korte tijd dwars in de sluis, maar de sluiswachters maken zoiets vaker mee neem ik aan.
Gairlochy - Fort Augustus
Vanaf de steiger in Gairlochy starten we met het bedwingen van Loch Lochy en de zeilen kunnen weinig uitrichten. Rustig varend bereiken we de Laggan 2-traps sluis waarvan er één niet in werking is.
We moeten eerst wachten voor bediening van de andere kant en daarna tot een motorjacht de sluis ook binnen is gevaren. Van de lockkeeper krijgen we instructies op welk moment we ons moeten melden voor de brug aan het einde van het kanaal tussen Loch Lochy en Loch Oich, zodat we een open brug zullen aantreffen.
Tijdens het aanmelden daarop, krijgen we te horen dat er 'emergency traffic' onderweg is en we beter kunnen vastmaken aan de wachtsteiger. Dat aanleggen is niet nodig want we horen de drietonige hoorns al als we vlak bij de brug zijn en even inhouden is alles dat nodig is.
Het bochtige kanaaltje tussen de sluis en de brug is één van de mooiste stukjes van het kanaal. De bomen staan aan beide kanten en groeien een ietwat over het water. We komen een groepje kano-ers tegen waar even moet worden ingehouden omdat een bocht het uitzicht naar voren belemmert en een tegenligger passeren zou problemen kunnen betekenen.
Volgens de 'Skippersguide' bedwingen jaarlijks zo'n 4000 peddelaars het Caledonian Canal. Zowel op de heen- als op de terugreis hebben we vele groepjes gezien. Afgezien van het dagenlang peddelen zijn de sluizen een behoorlijke belemmering in de tocht. De kano's moeten aan de kant, hun hele 'hebben en houden' moet met kano en al naar de andere kant worden gebracht en daar weer te water worden gelaten. Dat 'hebben en houden' is nogal wat, kleding, tenten en niet te vergeten het wielensetje dat onder de kano wordt gebonden om de kano te verplaatsen. Ik verbaasde me dat de kano-ers er zelf nog bij konden.
Speciaal voor de kano's zijn lage steigertjes beschikbaar om in en uit te stappen en de kano's eruit te halen of er weer in te leggen.
In Fort Augustus is het bomvol. De huurboten liggen met de brede achterkant tegen de steiger en een mannetje die de verhuurbedrijven daar op de steiger vertegenwoordigt, zorgt ervoor dat de boten op deze wijze afmeren en op deze manier zo weinig mogelijk ruimte in beslag nemen. Voor ons zit er niets ander op dan langszij een Frans jacht, men noemt dat hier 'rafting up'. Een uurtje later als de huurhorde de sluis in is kunnen we langszij de steiger en daar blijven we die nacht.
Fort Augustus - Dochgarroch (loch Ness)
Na nog een extra nacht in Fort Augustus beginnen we met het afdalen van het 5-traps sluizencomplex. Er is grote belangstelling en één sluiskamer is onvoldoende voor alle boten. Dat betekent dat na elkaar meerdere sluiskamers worden gevuld met boten. Net zoals het in Nederland bij sluizen ook vaak voorkomt kan de boot die eigenlijk als eerste de sluis in had moeten gaan er niet meer bij. Onze buurman, de schipper van het Franse jacht, komt protesteren bij de Lockkeeper, maar die kan hem gerust stellen dat hij in een tweede sluiskamer wordt geschut en dat het geen uren zal duren maar slechts een kwartiertje
Het schutten kost ongeveer een kwartier per sluis, ik aan de kant om de touwen te bedienen en Hilda op de boot om van de ene in de andere sluis te varen. Als we de draaibrug dan ook nog zijn gepasseerd ligt Loch Ness voor ons en kunnen we de ruim 20 zm zeilend overbruggen.
Hoe dichter we bij het einde van de Loch komen hoe harder het begint te waaien, dat wil zeggen, in de vlagen. Ook hier is de wind enorm vlagerig, een situatie die we al wekenlang kennen. Gemiddeld 12 knopen maar gelardeerd met vlagen van ruim 20 knopen. De paar mijlen naar Dochgarroch door Loch Douchfour doen we op de motor en we leggen de boot op precies hetzelfde plekje aan de steiger als op de heenreis.
Dochgarroch - Inverness
Om 8 uur vrijdagmorgen zitten we klaar, maar een sluiswachter zien we pas tegen half negen. We moeten met een grote platbodem door de sluis en ik krijg instructies om dicht achter hem te blijven zodat we de twee verkeersbruggen en de 4-trapssluis bij Muirtown weer gezamenlijk kunnen nemen. Het is maar een korte reis van 4 mijl en we zijn al ruim voor de middag in de seaport. Het waait erg hard en natuurlijk zijn alle boxen waar je probleemloos kunt vastmaken bezet. Om met dikke fenders de boot tegen een buurboot in de box te laten waaien en de boot vervolgens naar de andere kant te trekken is niet wat ik wil.
Er zijn nog kopse kanten vrij en als we vast liggen, zien we dat daar alleen jachten > 15 meter mogen vastmaken. Mijn geheugen is tijdelijk even bitter slecht (was een foot geen 40cm?) en 42 foot x 40 cm blijkt meer dan 16 meter te zijn en we leggen hem mooi in het midden van de ruimte. We lagen er prima die nacht met veel fenders aan bakboord.
Twee Noorse jachten en een Zweed proberen het nog wel en alleen de Zweed is min of meer succesvol, (toch goed dat zijn buurman ook fenders had). De Noren slaan hard achteruit voordat ze de buurboot raken en meren uiteindelijk ook af aan de kopse kant waar inmiddels ook meer ruimte is.