We hebben lang genoeg achter het anker gelegen en we vertrekken om 8:00 uur. Het is nog wel even een karweitje om het anker los te krijgen. Meters ketting komen als een modderslang omhoog en als we boven het anker zijn krijg ik hem maar schakeltje voor schakeltje de lier op tot het moment dat hij zich gewonnen geeft.
We hebben deze dag geen zin om tussen de eilandjes door te slingeren en zetten direct koers naar open water. De wind waait uit het zuidoosten en komt net aan de 5Bf toe. Het is dus hoog aan de wind varen, terwijl de zee nog wat onrustig is van de dag ervoor. Daarom gaat het ook niet harder dan zo’n 5,5 knoop. Iets na twaalf koersen we op de kust aan en vlak voor Flatvarp halen we de zeilen neer. Er is nog precies een plekje vrij aan de kade en een paar hulpvaardige Zweden nemen de lijnen aan.
We zijn lekker vroeg en ik heb nog een mooie middag om wat te wandelen en wat foto’s te maken. Het bankje waarop ik de heenreis een kwartiertje had zitten mijmeren zoek ik weer op, maar dan ontdek ik een paar trappen die naar een hoge rots leiden, van waaraf ik een ‘Fantastisk utsikt’ heb, om de woorden te gebruiken die in Norrtälje op een bord stonden.
Terwijl ik daar sta zie ik een Duitse boot binnenkomen en hoewel de afstand veel te groot is om zekerheid te hebben, denk ik de naam “Grietje” olp de zijkant te zien. Als ik een half uurtje later weer bij de boot terug ben blijkt het ook zo te zijn en we staan weer even bij te praten. Het is eigenlijk bijzonder dat we voor de vierde keer op dezelfde plek liggen, zonder iets te hebben afgesproken.
De vlaggen hangen slap en dat voorspelt niet veel goeds wat het zeilen betreft vandaag. Het positieve hiervan is dat we ook niet hoeven kiezen welke route we zullen nemen: uiteraard de vaarweg tussen de rotseilandjes door. Het is een schitterende en goed bebakende route en we genieten al varend van de omgeving.
Vooral de eerste uren komen overal jachten achter de eilandjes vandaan die daar kennelijk hebben overnacht. We zien ook regelmatig masten van jachten achter eilandjes die daar nog vast liggen. Op een zeker moment zien we over stuurboord twee Nederlandse schepen aankomen die een andere route hebben gevolgd die hier samenkomt met de route die wij volgen. Het voorste jacht zagen we al eerder op de ankerplaats bij Blidö en het tweede jacht zag ik op de Åland eilanden in Degerby voorbij varen. Vele mijlen varen we op korte afstand achter elkaar aan tot het voorste jacht een ankerplekje vindt.
Bij Simpevarp gaat het tweede jacht verder buitengaats en wij duiken, na een klein eindje de kust te hebben gevolgd een volgende route in tussen de rotseilandjes door richting Figeholm. Ik heb aangenomen dat we, qua diepte, te maken zouden hebben met een zelfde route als wat we de hele dag al gevaren hebben, maar al spoedig blijkt dat dit stukje heel wat anders is. Het is heel nauwkeurig varen van boei naar boei die dan weer stuurboord en dan weer bakboord uit staan. Op de kaartplotter overschrijden we regelmatig de veiligheidscontouren van 5 meter en een aantal keren overschrijden we zelfs de drie meter grens. We varen die stukken nog langzamer dan stapvoets, maar nergens meten we diepten die echt minder dan 3 meter zijn. Eén stel rode en groene boeien staan zo dicht bij elkaar dat er zeker niet meer dan één boot gelijktijdig tussendoor kan.
We zijn eigenlijk opgelucht als we bij Figeholm de route achter ons kunnen laten, en het volgende stuk kunnen nemen tussen Figeholm en Oskarsham, want dat hebben we op de heenreis al een keer gevaren en dit stuk was redelijk normaal te varen, hoewel er aan het eind ook een smal ‘poortje’ in voorkwam. Als we in Oskarshamn Brädholmen aankomen, wenkt de havenmeester ons al en geeft ons een pracht plaatsje langs de kant, vlak bij zijn kantoor. Had hij de bordjes ‘Reserverat’ er voor ons neergehangen?
Oskarshamn – Borgholm, wo 27 juli 2011 08:40 - 14:00, 26 mijl
Volgens de gripfiles kunnen we vandaag rekening houden met achterlijke winden van rond de 10 knopen. In de haven lijkt het nog niet zo te zijn, maar we zijn midden in de stad. Op het water, met de hele noordelijke Oostzee aan bakboord is er niet veel meer wind te vinden dan zo’n 5 knopen. De motor blijft de hele dag pruttelen, hoewel de zeilen ook bijstaan.
Als we Klockaren voorbij zijn en we wat meer zuidelijk varen, hebben we de wind recht van achteren en staan grootzeil en genua resp. over stuur en bakboord. Heel lang duurt het niet want de genua wil niet blijven staan en al snel draaien we hem in en koersen verder op Borgholm af, waar we iets na tweeën vastmaken aan de Noorderpier. Er moet havengeld worden betaald bij een automaat, maar het ding vindt mijn pinpas en ook mijn creditkaart ‘ogiltig’ en betalen moet even achterwege blijven. Eigenlijk is het een vreemd apparaat, want er is geen display of toetsenbord om een pincode in te toetsen. Het is een behoorlijk eind lopen naar het kantoor van de havenmeester, maar van hem hoor ik dat het deel van de haven waar wij liggen niet onder zijn verantwoordelijkheid valt. We besluiten maar af te wachten en van een Zweed die uit de douche komt krijg ik de toegangscode, zodat we kunnen douchen. Er komt die avond niemand controleren of er betaald is.
Lokatie: Borgholm. 28 juli 2011.
Om 8 uur hebben we alles klaar om te vertrekken. Het waait zo’n 15 knopen uit het NNW en we zullen dus tussen halve en ruime wind zeilen. Als ik een van de twee voorlijnen al los heb, begint de wind plotseling hard aan te trekken en wijst de meter al 24 knopen aan. We besluiten maar even af te wachten tot de bui voorbij is. Het is echter geen bui en het blijft een paar uur een dikke zes waaien. Ik maak de rubberboot schoon, pak hem in en berg hem op in de voorpiek.
Wat later komt een Zweedse boot binnen die naast ons wil aanleggen. Tussen ons en onze buurman zijn nog twee plekken vrij. Het aanleggen gaat allesbehalve goed want de boot heeft te weinig snelheid en waait tegen de achterlijn van onze buurman aan. De dame aan boord houdt letterlijk ‘de boot af’ en springt daarvoor aan boord van de boot van onze buurman, terwijl de rubberboot van de buurman nogal in de knel komt tussen beide boten. Inmiddels is de achterboei van de buurman onder de boot doorgegaan. Er is dan min of meer een 'stabiele' situatie ontstaan: We zien een schipper die niet zo goed meer weet wat te doen en zijn partner die tezamen met de buurman zorgt dat beide boten geen schade oplopen.
Ik neem snel een lang touw mee en klim aan boord van de buurman en maak het touw vast aan de binnenkomende boot. Inmiddels is er zoveel hulp aanwezig dat het met de vele handen op de steiger en de achterlier van onze boot prima lukt om de ongelukkige schipper normaal tussen ons en de buurman aan de steiger vast te maken. Om een uur of twee is de wind weer tot normale proporties afgenomen, maar het blijft erg regenachtig en we blijven maar liggen. Ook een andere Nederlander, die we nog even aan boord vragen, vertrekt niet meer.