Peterhead - Stonehaven
In Peterhead lag niet alleen de Wendelin, een jacht waar we op de Hebriden tegenover hadden gelegen, maar daar kwam ook de Teepee Too, een Engels jacht, binnen. Echt bijzonder, omdat deze zeilers in 2019 in Sørvågen op de Lofoten voor ons aan de steiger lagen en we toen kennis met hen maakten. Zij kwamen na aankomst direct naar ons toe om even weer te groeten.
Na vier overnachtingen vertrekken we dinsdagmorgen tegen 11 uur uit Peterhead met bestemming Stonehaven. We hebben weinig informatie over deze haven en we hebben vraagtekens. De Wendelin, met z'n 2.2 m diepgang heeft er in ieder geval overnacht. Na de 36 mijl op de motor met sporadisch het voorzeil gehesen, varen we een uurtje voor hoogwater, netjes in de witte sector, naar het einde van de pier.
Er steken twee masten van jachten boven de pier uit. Eenmaal in de haven zie we de twee jachten, zij aan zij, aan het uiterste einde liggen en er is eigenlijk geen andere mogelijkheid om ergens aan de buitenpier aan te leggen. Vastmaken aan het jacht aan de buitenzijde gaat niet vanwege zijn lengte. Een mogelijkheid achter de twee jachten geeft problemen met een royale trap naar de kade waarvan ik het flauwe vermoeden heb dat het wordt gebruikt om mensen aan boord van boten te krijgen. Dit blijkt later ook zo te zijn.
De dieptemeter wijst in de buiten haven 4,7 meter aan en als daarvan de rijzing van 2,4 m wordt afgetrokken blijft er voldoende water over tijdens eb. We maken daarom vast aan een oude vissersboot in de hoek van de haven die er uitziet of het al even geleden is dat er mee gevist is. Eigenlijk een heel goede plek omdat we niet tegen de kade liggen en met de visser op en neer gaan.
In Stonehaven kunnen we heel mooi het droogvallen van de binnenhaven meebeleven. De kleine bootjes daar vallen behoorlijk rechtop droog. In een ander gedeelte liggen meerdere zeiljachtjes die heel mooi met het water op en neer gaan. We zien ze niet scheef liggen of op de bodem staan.
Iets anders is het groot onderhoud aan de haven. De funderingen van de pieren zijn in een erg slechte staat, zo vertelt een oudere visser mij. Er worden stalen damwanden in de bodem geperst en daarna worden de oude pieren vernieuwd. Met mijn opmerking dat het een uitgelezen kans is om de marina te voorzien van sluisdeuren en zo Stonehaven een boost te geven voor de recreatie is de visser het niet erg eens. Nee alles moet bij het oude blijven, zo vindt hij.
Stonehaven – Arbroath
De volgende morgen vertrekken we naar Arbroath, 30 zm zuidwaarts. Het tijdstip van aankomst daar is even uitkienen. Het waterpeil tijdens eb in de marina van Arbroath wordt op niveau gehouden door sluisdeuren. Deze deuren gaan dicht als de diepte minder dan 2,5 meter dreigt te worden,maar buiten de werkuren van de havenmeester zijn ze ook dicht.
De zee deint behoorlijk, terwijl er toch weinig wind staat. En met de boot klapt het grootzeil van bak naar stuur en daarom halen we het maar neer. Regelmatig proberen we het voorzeil maar even zo vaak rollen we het ook weer in. Al slingerend bereiken we Arbroath om 17:40 uur, minder dan een halfuur nadat de sluisdeuren open zijn gegaan. We krijgen een plek aangewezen aan het einde van de middenrij boxen. Veel meer dan een wandeling valt er ook niet te doen en na twee nachten hebben we het ook wel weer gezien.Arbroath - Eyemouth
De volgende mogelijkheid is Eyemouth. Volgens de gegevens in de pilots heeft de Gunsgreen bassin een diepte van 3 meter, maar er zijn slechts een beperkt aantal ligplaatsen aan een drijvende steiger. Verder is er een binnenhaven met aan weerszijden pontoons. Volgens de Cruising Almanac (2017) is de binnenhaven slechts 90 cm diep. Wij hopen dus op een plekje en besluiten de havenmeester bellen als we in de buurt zijn. Anders moeten we plan B in werking stellen.
Na een prachtige zeildag zijn we iets na drieën in de buurt en we overleggen met de havenmeester. We krijgen eerst te horen dat we in verband met het laag water om ongeveer 6 uur naar binnen kunnen komen. Als ik mijn eigen berekening voorleg en het hem duidelijk is hoe dicht wij al in de buurt zijn, maant hij ons om haast te maken om binnen te komen. Waar we in het Gunsgreen bassin kunnen afmeren wordt ons niet duidelijk, maar dat zien we wel als we er zijn. Anderhalf uur voor laag water komen we binnen en het is overal diep genoeg, zelfs in de binnenhaven. Als we echter aan de pontoon hebben vastgemaakt wijst de meter 2,1 meter aan, maar het lijkt zachte modder want we voelen geen grond.
Verkiezing van de Herring Queen
We vallen we met de neus in de boter, want de volgende dag, zaterdag 23 juli 2022, wordt de 'Herring Queen 2022' gekroond en vindt haar intocht plaats. Het is een hele happening, compleet met hofdames, officials in kilt en hun dames in gala.
Op de kade staat het zwart van de toeschouwers. Er is veel versiering in het dorp en ook veel boten zijn vanuit de mast met vlaggetjes versierd. Als er geen mast is is er wel iets geknutseld dat omhoog staat, tot vastgebonden bezems aan toe. En natuurlijk vindt de intocht en de tocht door het stadje plaats met muziek van een Schots doedelzak orkest. Een erg mooi fenomeen om mee te maken.
Een paar zeehonden in de haven worden door het publiek vet gevoerd met stukjes vis. De uitbater van een visstalletje heeft een verdienmodel ontwikkeld: "5 pond voor een aantal bites!" Twee hengels met een stevige knijper aan het eind van het lijntje om de bites naar de bek van de zeehond te brengen en zelfs een klein plastic platform waar de zeehond uit het water op klimt om de bite van de knijper te pakken.
Eyemouth -Blyth
Hoewel we het plan hadden om de Engelse kust af te zakken, mischien wel tot aan Lowestoft, zetten we de consequenties hiervan maar eens op een rijtje. Na de eerstvolgende haven van Blyth kunnen we verder afzakken tot Hartlepool. Maar daarna staan ons lange rakken te wachten. Whitby is qua diepte minder geschikt en een Nederlands jacht, dat even in Eyemouth kwam overnachten, was in Whitby geweigerd omdat het 'vol' was, zo hoorden we.
Onze opties zijn eerst Grimsby in de Humber, een getijdehaven en daarna Lowestoft. In beide gevallen tochten van ruim 100 zm en dat is voor een dagreis wel heel veel. De wind is voor deze richting niet erg gunstig en dat betekent waarschijnlijk veel motoruren. We besluiten daarom om vanuit Blyth of Hartlepool de oversteek te maken. Maar we wachten eerst nog een dag totdat de wind iets minder is. Dinsdagmorgen vertrekken we voor dag en dauw om 5 uur zodat we dan nog een beetje kunnen profiteren van een achterlijke wind (denken we). Later op de dag zal de wind helemaal indutten.
Het waait maar rond de 8 knopen, maar net buiten de haveningang staat nog een behoorlijke deining met een erg korte golfhoogte. Het is de eerste mijl behoorlijk steigeren. Als we de koers meer zuidelijk kunnen verleggen gaat het beter, maar comfortabel varen is van een andere orde. We rollen het voorzeil wel gedeeltelijk uit, maar we kunnen het zeil met de puur achterlijke wind niet voldoende bol houden. Bij elke slinger van de boot valt het zeil in en klapt dan van bak naar stuurboord. De keuze tussen slijtage of voortstuwing wordt inrollen en met een verhoogd toerental van 1300 naar 1500 toeren slingeren we richting Blyth.
Rondom voor de kust uitstekende Farne eilanden neemt de deining weer behoorlijk toe en we zitten zelfs aangelijnd in de kuip omdat het slingeren wel stevige vormen gaat aannemen. OP de kaart zien we weer 'tide ribs' aanduidingen en een mijltje extra ruimte tijdens het ronden was waarschijnlijk niet verkeerd geweest . Tegen 3 uur in de middag maken we vast aan de ruime visitor steiger in Blyth waar we de enige bezoeker zijn. De gribfiles en andere weersites laten zien dat we het weekend een rustige overtocht kunnen maken terwijl we misschien zelfs het hele stuk kunnen zeilen met voornamelijk halve wind. De dagen ervoor is de tegenwind overheersend. We zien de voordelen om naar Harlepool te varen niet erg zitten. De 3 tot 4 uurtjes dat de reis korter zou zijn maakt op twee etmalen ook weinig uit,