Het ligt prima in Holtenau, maar we willen toch maar verder. Als er een mooi weergaatje komt kunnen we maar beter in Cuxhaven liggen. Maar erg haasten hoeven we ons nu ook weer niet, want voorlopig is het nog steeds slecht vertoeven op de Noordzee. Tegen 10 uur vragen we de buren om te verkassen omdat we weg willen. Zij hebben besloten om in Schilksee te gaan wachten op beter weer omdat daar wat meer vertier voor hun kleine jongen te vinden is.
We hebben geluk want de sluis gaat juist open als we aan komen en we kunnen direct doorvaren. Hilda vraagt zich af of de andere boten die al een tijdje lagen te wachten niet vinden dat we voordringen, maar de sluis is zo groot dat ieder makkelijk een plaatsje vindt. Bovendien vind ik het prima dat iemand bij mij langszij komt en dat is weer makkelijker aanleggen.
Na de sluis is het saai doortuffen en we lossen elkaar om de 2 uur af met sturen. We houden een snelheid aan van rond de 5,5 knoop en op die manier zijn we tegen twee uur bij Rendsburg waar we naar de haven van Rader Insel gaan om te kijken of we daar kunnen overnachten en om nog wat dieselolie bij te vullen. We hebben eigenlijk wel voldoende litertjes in de tank, maar voor we aan de Noordzee gaan beginnen, hebben we liever wat meer dan voldoende brandstof.
In de haven is nog voldoende plek en voor we tanken schuiven we al een box in, want tanken kan wachten tot we daar weer vertrekken. Tot onze grote verbazing ligt wat later in de middag de ‘Grietje’ plotseling bij de dieselpomp. We begroeten elkaar met veel enthousiasme en als ze iets later naast ons liggen worden we uitgenodigd om aan boord een ‘kopje koffie’ te komen drinken. Het begrip ‘kopje koffie’ heeft veel inhoud op de ‘Grietje’ want er zijn ook glaasjes en borden voor nodig. We hebben een geweldig sterk Wifi signaal, maar we krijgen geen toegang tot internet. De havenmeester vertelt ons dat ze al een tijdje problemen hebben en hij kan ons helaas niet helpen. Ik mag de computer van de ‘Grietje’ gebruiken om nieuwe gribfiles te downloaden, terwijl ‘Windfinder’ ons een heel mooi windgaatje laat zien vanaf donderdag.
De volgende dag wisselen heel veel droge en natte buien elkaar af. De wind komt voor ons plekje uit de verkeerde hoek, we zitten de hele dag binnen en de kajuit moet vele keren worden afgesloten om de regen buiten te houden. ’s Avonds vertellen nieuwe gribfiles al weer een ander verhaal en ook de strategie van de ‘Grietje’ is gewijzigd. We vergelijken daarom samen nog even wat er veranderd is in het Westgat naar Lauwersoog. We nemen afscheid met de uitspraak dat we elkaar wellicht op de reis naar Nederland nog weer tegenkomen.
Rendsburg – Cuxhaven, wo 10 aug 2011 08:00 -17:00 , 52 mijl
De havenmeester had me verteld dat hij vanaf half acht aanwezig was om te tanken. We kunnen op hetzelfde tijdstip onze zak met verse broodjes ophalen uit de 'Gemeinschaftsraum'. Het lukt ons wonderbaarlijk om op dat tijdstip de boot bij de tank te hebben liggen en de havenmeester helpt ons even met de lijnen en daarna vullen we voorraad diesel wat aan. We hebben het samen nog even over de mogelijkheden om te tanken in het NOK en we zijn het er beiden roerend over eens dat Rader Insel de meest geschikte plek is met bovendien de vriendelijkste havenmeester.
Hierna beginnem we aan de laatste 65 km van het NOK dat zonder wachten of ander oponthoud verloopt. Zoals we gewend zijn passeren er veel grote schepen en sommige passeren best wel vlakbij.
Bij de sluis van Brunsbuttel moeten we een half uurtje wachten, maar daarna gaat het schutten erg vlot. We liggen tesamen met een wat groter schip in de oude sluis, aan de rechterzijde. Ik kan me niet herinneren daar eerder doorgegaan te zijn, maar ook hier liggen de 'drijvende steigers' tegen de muur.
Eenmaal op de Elbe worden we geconfronteerd met een westenwind die in sterkte varieert tussen 12 en 20 knopen terwijl de stroom tegengesteld is en dat veroorzaakt wat nare golven. De snelheid over de grond is echter heel mooi en met 2000 toeren gaan we met snelheden van 8 tot 9 knopen over de grond.
Het kost dan ook maar twee uurtjes om in Cuxhaven te komen en wonder boven wonder is daar voldoende plek. We vinden een plekje tussen twee boten aan een langssteiger en Hilda parkeert de boot heel netjes in het gaatje dat er is. We zijn blij dat we er zijn, want de regen komt regelmatig met bakken uit de lucht. 's Avonds nemen we ervan en gaan eten in het restaurant van de zeilvereniging. We kiezen een visschotel voor 2 personen, waar we enige moeite mee hebben om alleen het vis al verorberd te krijgen en sluiten af met een ijsdessert. Een voortreffelijke afsluiting van de dag
Locatie Cuxhaven, donderdag 11 augustus 2011
Hoewel we eergisteren dachten vandaag te kunnen vertrekken doen we het niet. De golven op de Noordzee zijn ons nog te hoog en het waait ons nog te hard. Als we de nieuwe gribfiles bekijken en de weerberichten lezen lijkt vrijdag de 12e ons een betere dag. Zo rond de middag komt het moment dat boten die geen tijd meer hebben om nog tot vrijdag te wachten zouden moeten vertrekken. We zien inderdaad een boot richting de Noordzee vertrekken, maar een paar uur later is hij weer terug met het verhaal dat het geen pretje was. De dag gaat voorbij met boodschappen doen en de site bijwerken.
Cuxhaven – Harlingen, vr 12 aug 2011 13:15 - 20:00, 166 mijl
De gribfiles en de weerberichten die we donderdag binnenkrijgen voor de komende 3 dagen zijn goed. Hoewel er rond 1 uur in de nacht van donderdag op vrijdag al een aantal boten vertrekken, geven wij er de voorkeur aan om pas 's middags om een uur of twee weg te gaan. Van de twee buurboten die tegen ons aan liggen vertrekt een nog een etmaal later, terwijl op de andere een gedeeltelijke bemanningswissel plaats vindt.
Het gezin aan boord heeft de boot te leen en de dame en de kinderen gaan met de auto naar huis terwijl de eigenaar overkomt komt om de boot naar Nederland te varen. Als om 13 uur beide boten verkast zijn vertrekken we, want hoewel we nog aan de vroege kant zijn, hebben al een behoorlijk aantal boten de jachthaven van Cuxhaven verlaten. Met de motor bij en de zeilen omhoog varen we het eerste stuk van de Elbe af. In de buurt van de groene Elbe 5 zetten we de motor af en kunnen we een aantal mijlen zeilen, maar daarna is het toch weer gedaan met de wind en moet de motor weer bij. Het probleem van de dynamo die de spanning niet goed meer regelt duikt al snel weer op, want de accu's zijn al gauw weer vol en dan loopt de spanning te hoog op. We lossen het probleem op met constant brandende navigatieverlichting en een continue werkende Webasto verwarming. Op die manier blijft de spanning rond de 13,5 Volt hangen en blijven de accu's heel.
Tussen 7 uur vrijdagavond en 7 uur zaterdagmorgen leggen we het stuk tussen de toegang tot de Wezer en de Jade en de oostpunt van Ameland af, een gemiddelde van 5,8 mijl per uur. Daarna kunnen we de voortgang weer overlaten aan de zeilen. Als we om 14 uur bij Vlieland het Stortemelk binnenvaren staat de stroom nog naar buiten, maar we maken meer dan voldoende voortgang. Ondanks dat er boven de noordpunt van de Richel een enorme tegenstroom staat hebben we weinig zin om naar Vlieland of Terschelling te gaan. Waar we wel naar toe gaan is ons zelf op dat moment nog niet duidelijk, maar we vervolgen de tocht door de Vliestroom en in de Blauwe Slenk. Omdat er in de Boontjes op dat moment nog te weinig water staat besluiten we maar naar Harlingen te gaan. De Noorderhaven is voor ons echter te ondiep en daarom vraag ik de Havendienst of ze een plekje in de zuiderhaven hebben. Dat is er niet en we krijgen een plekje langs een boot van de bruine vloot tussen de Spoorbrug en de Noorderbrug. Als we daar echter een uurtje liggen komt de brugwachter ons melden dat er in de Zuiderhaven voldoende plek is en we verkassen daar naartoe.
Locatie Harlingen: Zondag, 14 augustus 2011
Ik ga zondagmorgen maar eens kijken of ik iets kan ontdekken waar de lichte waterlekkage bij de motor vandaan komt die ik heb geconstateerd. Het lijkt of het water bij de aansluiting van het expansievat langs komt. Als ik de dop los draai staat er nog steeds een behoorlijke overdruk in het vat. Dat klopt niet en het blijkt dat de dop waardoor de onder- en overdruk moet worden geregeld niet goed meer werkt. Wat schoonmaakazijn doet echter wonderen en al snel werkt alles weer goed.
Wat er echter minder goed uitziet is de circulatiepomp van het interne watercircuit, aangedreven door de V-snaar. Ik kan de pulley zeker een halve centimeter heen en weer halen. De lagers liggen er gegarandeerd uit. Ik check nog even of hier misschien het water langs is gekomen, maar het ziet er niet naar uit. Deze ontdekking doet ons besluiten om maar rechtstreeks naar Franeker te varen, want onvoldoende koeling kan een kapotte koppakking tot gevolg hebben. Voorlopig hebben we voldoende uitdagingen om eens goed aan de mechanica te gaan werken: Het variërende toerental, de speling op de waterpomp, de dynamo die niet regelt en de saildrive die behoorlijk veel lawaai maakt. We vertrekken na de middag naar Franeker en leggen de boot onder de kraan bij Draaisma.