Vertrek: Zo 01 mei 2005 07:30
Aankomst: Ma 02 mei 2005 08:00
Afstand: 130 mijl
Naast de havenkiosk is er nog iets geweldigs in Thyboron en dat is de bakker. ´s Morgens al heel vroeg verkopen ze hier brood en ook op zondag. Ik haal een aantal bolletjes en vers brood dat ons heel goed smaakt als we goed en wel onderweg zijn naar Noorwegen.
We hebben een waypunt gezet even ten westen van Lista, een afstand van 95 mijl. Als we daar zijn kunnen we besluiten waar we verder naar toe gaan: Egersund of Tananger. We zijn nog maar een uurtje onderweg of het mistspook slaat weer toe. Gelukkig staat er wel een beetje wind en af en toe komen we zelfs boven de 5 knopen. ’s Morgens bij de koffie nemen we Friese dûmkes van de collega’s uit het overlevingspakket. Natuurlijk geen goed moment, maar we konden er niet vanaf blijven. Als we om een uur of half vijf de grenslijn tussen Denemarken en Noorwegen passeren wordt het gastenvlaggetje van Noorwegen gehesen en drinken we er een Jägermeister op.
Anticiperen en voorbereiden
De hele nacht kunnen we zeilen met een matige wind, maar tegen de ochtend trekt de wind aan tot Bf 6. Weer wordt me duidelijk dat ik met achterlijke wind eerder moet reageren op aantrekkende wind. Als ik besluit om een rif te zetten waait het al 24 knopen continue. Hilda assisteert vanuit de kuip bij het reven, maar in het donker en bij die wind gaat het toch allemaal niet zo gesmeerd als ik wel wilde. Nadat het eerste rif is gezet, besluiten we gelijk ook maar het tweede rif te zetten. De reeflijn door het achterlijk ontbreekt echter nog en in het donker van de nacht in combinatie met de hoge en lastige golven bij Lista is dit niet gemakkelijk. Maar enige ervaring hoe we dat het beste kunnen doen hebben we in de jaren wel opgebouwd. Vervelend genoeg loopt de reeflijn ook nog vast op de lier. Uiteindelijk hebben we het tweede rif gezet, maar daarmee is ook alles gezegd. Als we weer voor de wind gaan loopt genuaschoot ook nog uit de blokken omdat de achtknoop er blijkbaar uit is gegaan. Maar ook dat lost zich weer op nadat ik naar voren ben gegaan en de zaak heb geklaard. In alle consternatie zijn we ook nog een keer ongewild gegijpt. Met veel moeite heb ik voorkomen dat het een harde klapgijp werd, maar een schoonheidsprijs verdiende het beslist niet.
Omdat het hard waait en bovendien regent, besluiten we om naar Egersund te varen en Tananger maar even te laten wat het is. Omdat we al twee keer eerder in Egersund zijn geweest weten we precies waar we moeten zijn. ‘s Morgens om ongeveer 8 uur liggen we in de plaatselijke jachthaven in een box en besteden de rest van de morgen met slapen. ’s Middags maken we nog even een praatje met iemand die het water op de steigers komt aansluiten. Hij vertelde dat het ijs een week geleden nog op de steigers lag. We zijn schijnbaar vroeg. Ik help later nog even een stel Noren om hun boot, een Bavaria 42 cruiser, fatsoenlijk in de box te leggen, nadat ze een minuut of twintig hebben liggen klooien. Het is een splinternieuwe boot en de ervaring van de opvarenden is zoals blijkt nog niet zo heel erg groot.