Om een uur of 8 ben ik al weer op. Als er weinig wind is en we buitenom naar de Lofoten willen, is onze dieselvoorraad onvoldoende. Er zit nog een liter of 15 in de tank en we hebben nog iets in het reservevat. Volgens “100 Häfen” heeft Hasvik mogelijkheden om te tanken. Hasvik is een erg kleine haven en ik heb nog geen brandstof kunnen ontdekken. Een alternatief zou Skervöy kunnen zijn, maar deze plaats heeft twee nadelen: redelijk ver landinwaarts en misschien wordt er niet bediend op zondag. Als er iemand voorbijvaart in een rubberboot, vraag ik naar de mogelijkheden om in Hasvik op zondag te tanken. Hij kijkt peinzend en zegt dan dat er alleen op donderdag kan worden getankt en wijst naar een groot vat op de wal. Mij was het ding nog niet opgevallen, maar het blijkt de plaatselijke dieselvoorziening te zijn. Vervolgens vraagt hij of ik cash wil betalen. Als ik dat bevestig zegt hij dat hij de eigenaar wel kan bereiken. Na nog wat gepeins vraagt hij hoeveel liter ik zou willen hebben. Als hij weet dat ik zo’n 80 liter wil, blijkt hij plotseling zelf een sleutel te hebben en nodigt mij uit naar de pomp te komen. Daar is Hilda niet blij mee. Ze ligt nog in de slaapzak en wakker worden en gelijk actief zijn is beslist niet haar ding! We tanken 91 liter en ik geef de man 100 Nok extra voor de moeite. Hij kijkt me vragend aan en ik zeg hem dat het is omdat ik blij ben met de diesel op zondag. Pas later realiseer ik me dat het 200 kronen waren en daarom begrijp ik achteraf zijn vragende blik.
Om 11 uur ’s morgens verlaten we Hasvik en varen naar zee, om buitenom naar Andenes of Svolvaer te zeilen. We zien wel. Gelukkig kunnen we al snel zo’n 90 graden aan de wind varen en dat geeft een goede snelheid. Aan de horizon hangt echter een donkere balk zover ik kan kijken. Ik denk aan mist en mijn vermoeden wordt al spoedig waarheid. We varen niet alleen in dichte mist, maar ook nog met een stevige achterlijke wind. Hilda vindt deze tocht allesbehalve plezierig. Als de mist na uren nog even dicht is, wil Hilda graag weer de fjorden in varen en we hopen dat de mist daar minder dicht is. Met de kaartplotter en radar lukt het goed om de ingang te vinden, maar in de fjorden verandert er helemaal niets aan de mist. We blijven maar eindeloos in de mist varen. [caption id="attachment_6183" align="alignright" width="300"]
Waar zijn we in hemelsnaam, waar is de kant ? !! de HQ caption !!
Om een uur of één in de nacht wordt het plotseling licht aan de zuidwestelijke horizon. Hoewel we in de nabijheid van de kant zouden moeten varen en we bergen zouden moeten zien, kan ik mijlenver kijken. Ik zie alleen een grote watervlakte en geen rotsen. Ik begrijp er helemaal niets van en voel me allesbehalve prettig. In Noorwegen zijn we echter al vaker voor verrassingen komen te staan. Het blijkt dat mijn ogen mij bedriegen. Ik denk dat ik mijlenver kan kijken, maar het is niet waar. [caption id="attachment_6184" align="alignright" width="300"]
Het blijkt dat er toch wel een kant is en de lage zon heeft ons een beetje te grazen genomen !! de HQ caption !!
Er hangt een mistsluier voor de bergen waar de middernachtzon op schijnt, waardoor je de indruk krijgt dat de horizon erg ver is. Een kwartier later kan ik heel zwak de bergen door de sluier zien en blijkt dat de afstand naar de kant veel kleiner is. De situatie dat we iets verder kunnen kijken duurt maar een half uurtje en daarna zit alles weer potdicht. De mist is bedrieglijk, want hoewel je het gevoel hebt dat we minstens een halve mijl kunnen kijken vertelt de radar mij dat boten ons passeren op een kwart mijl en toch zien we ze niet. Pas in de buurt van Tromsø als we uit de Grossfjord bakboord uitgaan wordt het zicht plotseling veel beter en kunnen we de brug bij Tromsø zien liggen. Om ongeveer 4:00 uur lopen we de haven binnen en hebben de keuze uit ons oude plekje of 2 boxen eerder. De middelste box is te smal. We gaan in de buitenste box liggen, naast het Franse jacht dat er nog steeds ligt. Helmut is inmiddels vertrokken.