Hartlepool – Den Helder
Vertrek: do 11 aug 2005 7:15 Aankomst: za 13 aug 2005 10:00 Afstand: 240 mijl
Omdat we nog steeds geen recente kaarten hebben van de Engelse kust vanaf Whitby naar het zuiden wagen we ons daar niet.
Met uitzondering van een tripje naar Southwold als bemanning vele jaren geleden, zijn we daar ook nog nooit geweest dus van ervaring is geen sprake. We hebben besloten om maar rechtstreeks naar Den Helder te varen, want Whitby trekt ons niet zo aan. Van de vorige keer herinneren we ons nog dat de jachthaven achter een brug ligt met beperkte openingstijden. Maar misschien is het ook wel de herinnering aan de wat minder glorieuze intocht in de haven van Whitby een vorige keer, in bladstil weer en een motor die we niet gestart kregen, . . . . .achter de RNLI reddingboot.
De weerberichten zijn gunstig, kracht 4 à 5 uit NW richting. Als we vertrekken is de situatie helaas wat anders. De windmeter wijst geen 4 à 5 Beaufort aan maar 4 à 5 knopen en dat is dan ook nog de schijnbare wind die wordt opgewekt omdat we op de motor varen. Gedurende de eerste dag verandert er niet veel en pas de volgende nacht kan er wat gezeild worden als de wind wat Noordelijker inkomt. Helaas van korte duur want al spoedig zakt de wind weer terug naar een zielige 6 tot 7 knoopjes en komt ook weer verder achterlijk in. En zo tuffen we door, uur na uur.
Ook met weinig wind en varend op de stuurautomaat blijft aandacht voor de omgeving essentieel. Ik lig wat te pitten en Hilda maakt me wakker omdat ze tamelijk dichtbij een wisselend rood en groen boordlicht ziet. Op de radar zie ik dat het schip op minder dan een mijl afstand vaart en dat hij ruimschoots achter ons langs zal lopen. Hoewel ik consequent elk uur in het logboek mijn positie bijwerk, zijn we inmiddels de eerste DW vaargeul aan het oversteken, zonder dat we ons daar goed op hebben voorbereid. Hoewel er niet echt een gevaarlijke situatie is ontstaan ben ik niet erg tevreden met mezelf.
Het oversteken van de tweede DW gaat probleemloos, we zien geen enkel schip. We zien op afstand wel de vele boorplatformen waar we tussendoor varen. Ze missen is onmogelijk omdat ze zo uitbundig verlicht zijn dat we er bijna door verblind raken als we in de buurt komen.
Een haperende stuurautomaat
Op een zeker moment draait de boot plotseling vreemd rond. De stuurautomaat ligt los van de helmstok. De pin waarmee het ding in de houder staat zit er niet meer aan. Het veerstalen spiraal-spanbusje waarmee de pin aan de pushrod zit is dwars doormidden. Voor de zoveelste keer een probleem met de automaat deze reis, terwijl er slechts weinig gebruik van is gemaakt. En daarbij gebruik ik het ding uitsluitend als we met rustig weer op de motor varen. Het blijft toch speelgoed, en is naar mijn mening niet berekend op de taak waarvoor ze aangeprezen worden. Ik maak Hilda wakker en terwijl zij stuurt voer ik een noodreparatie uit en met behulp van een splitpen werkt het geheel weer. Veel vertrouwen voor een langdurig goede werking heb ik niet, want het ontwerp is uitstekend geschikt als betonschaar en het verwondert me dan ook niet dat het spanbusje doormidden was. Het besluit staat vast: na deze reis nemen we afscheid van deze stuurautomaat.
Tegen de morgen passeren we de laatste DW scheepvaartroute. Het is druk en we moeten eerst inhouden en later even opschieten om tussen de zeeschepen door te komen, maar het lukt aardig om loodrecht over te steken. Vlak voordat de stroom keert lopen we het Molengat aan, terwijl we in het Marsdiep de stroom prachtig mee hebben. Zaterdagmorgen rond 10:00 uur liggen we vast in de Marine Jachthaven van Den Helder.